Door Michael de Vogel
AMSTERDAM - In Amsterdam rommelt het stevig rond Bureau Integriteit, de gemeentelijke afdeling die misstanden moet aanpakken. De Telegraaf onthulde dat ombudsman Munish Ramlal een vernietigend rapport klaar had liggen, maar dit vlak voor publicatie introk. Het onderzoek zou aantonen dat meldingen van discriminatie en grensoverschrijdend gedrag niet veilig of zorgvuldig worden behandeld — en dat sommige ambtenaren het bureau zelfs als dreigmiddel ervaren.
Ruzie
Wat volgde was een fel gesprek op het stadhuis. Burgemeester Femke Halsema zette grote vraagtekens bij de methode van het onderzoek. Volgens bronnen zou ze het rapport hebben bestempeld als onvoldoende onderbouwd. Ramlal besloot daarop het rapport te herschrijven, maar benadrukt nog steeds dat er grote problemen spelen.
Onrust
De kwestie veroorzaakt onrust binnen de gemeentelijke organisatie. Ook de ondernemingsraad (OR) trok aan de bel: het uitblijven van transparantie zou het vertrouwen van ambtenaren verder beschadigen. Ook schijnt nu een OR-lid hierdoor onderwerp van een onderzoek zijn. Ondertussen blijft de vraag hangen of kritische tegenmacht op de Stopera voldoende ruimte krijgt — of langzaam dichtslibt in bestuurlijke gevoeligheden.
Niet de eerste keer
De gemeente van de hoofdstad raakt vaker in opspraak zoals eerder bij de Jodenjacht in 2024 of de aanpak van de zogeheten UvA-rellen. En eerder: de zogenoemde ’doofpotaffaire’ rond wethouder Rutger Groot Wassink draaide om beschuldigingen dat de gemeente Amsterdam interne klachten over misstanden en een angstcultuur onvoldoende transparant behandelde. Critici stelden dat meldingen van medewerkers niet serieus werden genomen en mogelijk in de la verdwenen, wat tot groeiend wantrouwen binnen het ambtenarenapparaat leidde. Groot Wassink wees de verwijten van een doofpot krachtig van de hand en stelde dat alle signalen zorgvuldig werden onderzocht. De kwestie wakkerde het debat aan over bestuurlijke openheid. Met het nieuwe dossier lijkt er een nieuwe fase aangebroken in de hoofdstad.
AMSTERDAM - In Amsterdam rommelt het stevig rond Bureau Integriteit, de gemeentelijke afdeling die misstanden moet aanpakken. De Telegraaf onthulde dat ombudsman Munish Ramlal een vernietigend rapport klaar had liggen, maar dit vlak voor publicatie introk. Het onderzoek zou aantonen dat meldingen van discriminatie en grensoverschrijdend gedrag niet veilig of zorgvuldig worden behandeld — en dat sommige ambtenaren het bureau zelfs als dreigmiddel ervaren.
Ruzie
Wat volgde was een fel gesprek op het stadhuis. Burgemeester Femke Halsema zette grote vraagtekens bij de methode van het onderzoek. Volgens bronnen zou ze het rapport hebben bestempeld als onvoldoende onderbouwd. Ramlal besloot daarop het rapport te herschrijven, maar benadrukt nog steeds dat er grote problemen spelen.
Onrust
De kwestie veroorzaakt onrust binnen de gemeentelijke organisatie. Ook de ondernemingsraad (OR) trok aan de bel: het uitblijven van transparantie zou het vertrouwen van ambtenaren verder beschadigen. Ook schijnt nu een OR-lid hierdoor onderwerp van een onderzoek zijn. Ondertussen blijft de vraag hangen of kritische tegenmacht op de Stopera voldoende ruimte krijgt — of langzaam dichtslibt in bestuurlijke gevoeligheden.
Niet de eerste keer
De gemeente van de hoofdstad raakt vaker in opspraak zoals eerder bij de Jodenjacht in 2024 of de aanpak van de zogeheten UvA-rellen. En eerder: de zogenoemde ’doofpotaffaire’ rond wethouder Rutger Groot Wassink draaide om beschuldigingen dat de gemeente Amsterdam interne klachten over misstanden en een angstcultuur onvoldoende transparant behandelde. Critici stelden dat meldingen van medewerkers niet serieus werden genomen en mogelijk in de la verdwenen, wat tot groeiend wantrouwen binnen het ambtenarenapparaat leidde. Groot Wassink wees de verwijten van een doofpot krachtig van de hand en stelde dat alle signalen zorgvuldig werden onderzocht. De kwestie wakkerde het debat aan over bestuurlijke openheid. Met het nieuwe dossier lijkt er een nieuwe fase aangebroken in de hoofdstad.
