“De democratie is dood.” Maar ik geloof dat ze wakker wordt.
Door: Carmen Bosscher
“De democratie is dood.” Die woorden hoor ik steeds vaker – op verjaardagen, in cafés, in buurthuizen. Niet van extremisten, maar van gewone mensen. Mensen die vroeger geloofden dat stemmen zin had, dat inspraak echt iets kon veranderen. Die nu het gevoel hebben dat hun stem verdwijnt in een doolhof van regels, procedures en belangen waar ze geen grip op hebben.
En eerlijk? Ik snap het.
Want wat betekent democratie nog, als plannen boven onze hoofden worden gemaakt? Als miljoenen euro’s aan publieke middelen verdwijnen in structuren die niemand meer begrijpt? Als burgerparticipatie neerkomt op een avondje “meepraten”, terwijl de besluiten al lang zijn genomen? Als echte zeggenschap vervangen is door een schijn van inspraak?
In plaats van betrokken burgers krijgen we afhakers. Mensen die zeggen: “ze doen toch wat ze willen.” En dat is precies het gevaar. Niet dat mensen boos zijn – boosheid is nog een vorm van betrokkenheid – maar dat ze afhaken. Dat ze zich erbij neerleggen dat de democratie geen plek meer voor hen heeft.
Toch geloof ik dat ze er wél is. En dat ze juist nú onze aandacht nodig heeft.
Wat mij hoop geeft, zijn de mensen die blijven opstaan. Die burgerberaden organiseren. Die geldstromen proberen te volgen en blootleggen waar het misgaat. Die niet stoppen bij kritiek, maar zoeken naar manieren om het systeem weer van ons te maken. Dat is geen revolutie, dat is herstelwerk.
We moeten de fundamenten van onze democratie opnieuw zichtbaar maken: transparantie, betrokkenheid, controle. Het mag niet zo zijn dat macht zich verschuilt achter jargon en structuren die alleen voor insiders begrijpelijk zijn. Democratie betekent: toegang, duidelijkheid, verantwoordelijkheid.
Laat ons dus geen rouwkrans leggen op de democratie, maar een bouwlamp richten op waar het misgaat – en het gereedschap oppakken om het te herstellen. Want ik geloof nog steeds dat ze leeft. Misschien niet luid en krachtig zoals we zouden willen. Maar fluisterend, zoekend, en steeds vaker gehoord.
En dat is genoeg reden om te blijven geloven. En te blijven meedoen. Zwijg niet!
Door: Carmen Bosscher
“De democratie is dood.” Die woorden hoor ik steeds vaker – op verjaardagen, in cafés, in buurthuizen. Niet van extremisten, maar van gewone mensen. Mensen die vroeger geloofden dat stemmen zin had, dat inspraak echt iets kon veranderen. Die nu het gevoel hebben dat hun stem verdwijnt in een doolhof van regels, procedures en belangen waar ze geen grip op hebben.
En eerlijk? Ik snap het.
Want wat betekent democratie nog, als plannen boven onze hoofden worden gemaakt? Als miljoenen euro’s aan publieke middelen verdwijnen in structuren die niemand meer begrijpt? Als burgerparticipatie neerkomt op een avondje “meepraten”, terwijl de besluiten al lang zijn genomen? Als echte zeggenschap vervangen is door een schijn van inspraak?
In plaats van betrokken burgers krijgen we afhakers. Mensen die zeggen: “ze doen toch wat ze willen.” En dat is precies het gevaar. Niet dat mensen boos zijn – boosheid is nog een vorm van betrokkenheid – maar dat ze afhaken. Dat ze zich erbij neerleggen dat de democratie geen plek meer voor hen heeft.
Toch geloof ik dat ze er wél is. En dat ze juist nú onze aandacht nodig heeft.
Wat mij hoop geeft, zijn de mensen die blijven opstaan. Die burgerberaden organiseren. Die geldstromen proberen te volgen en blootleggen waar het misgaat. Die niet stoppen bij kritiek, maar zoeken naar manieren om het systeem weer van ons te maken. Dat is geen revolutie, dat is herstelwerk.
We moeten de fundamenten van onze democratie opnieuw zichtbaar maken: transparantie, betrokkenheid, controle. Het mag niet zo zijn dat macht zich verschuilt achter jargon en structuren die alleen voor insiders begrijpelijk zijn. Democratie betekent: toegang, duidelijkheid, verantwoordelijkheid.
Laat ons dus geen rouwkrans leggen op de democratie, maar een bouwlamp richten op waar het misgaat – en het gereedschap oppakken om het te herstellen. Want ik geloof nog steeds dat ze leeft. Misschien niet luid en krachtig zoals we zouden willen. Maar fluisterend, zoekend, en steeds vaker gehoord.
En dat is genoeg reden om te blijven geloven. En te blijven meedoen. Zwijg niet!